Skip to content Skip to footer

Leven in Costa Rica

Van Oldenzaal naar Ojochal

 “Huilend heb ik alles bij de kringloopwinkel achtergelaten”

Mandy van den Dolder (39) verhuisde midden in de coronapandemie met haar man Jeffrey (38), hun zoon Finn (10) en dochter Noah (8) naar Costa Rica. Ze waren er nog nooit geweest, maar vonden er het leven waar ze zo naar verlangden.

tekst Eva Munnik (Flair Magazine, zoals gepubliceerd in de Relax Special, oktober 2021)

Liever het PdF lezen? Dat kan ook:

Een kakofonie van dieren- en insectengeluiden klinkt op de achtergrond als ik Mandy bel. Het is 16 uur ‘s middags in Nederland en 8 uur ‘s ochtends in Costa Rica. De jungle ontwaakt. “Papegaaien, toekans, krekels”, somt Mandy de populatie in haar achtertuin op. “Ons huis is half binnen, half buiten. De woonkamer is buiten, maar wel afgeschermd met een hor, want het barst hier van de muggen. De tuin staat vol tropische planten: aloë vera, palmen, bananenbomen en kokospalmen. In de hoek staat ylang-yang, waar ze die zalfjes van maken. De bloemen zijn hele mooie gele sterren en geven ‘s avonds of na een regenbui een magische geur af.” Plons. Een van Mandy’s kinderen springt in hun zwembad voor een ochtendduik. “We liggen er dagelijks in, ook ‘s nachts soms. Het is zo heet hier. De lange broeken en truien die we mee hebben genomen uit Nederland zijn nog niet gedragen. En dan te bedenken dat ik een coltrui aan had toen we op het vliegveld landden. Nu is het hier regenseizoen. We wonen vlak bij een bergkam en zien ‘s ochtends de regenwolken naar beneden zakken. De druk bouwt op en dan barst het los. De buien hier zijn niet te vergelijken met regen in Nederland, binnen een half uur valt er een enorme bak water. Gelukkig is alles erop ingesteld, de huizen zijn allemaal wat hoger gebouwd. En maar goed ook, want als er zo’n keiharde tropische bui valt, spoelen de palmen zo met wortel en al uit de grond.”

Dit is het moment…

 “We waren nog nooit in Costa Rica geweest toen we besloten hier te gaan wonen. Mijn man Jeffrey en ik zaten een avondje te Netflixen op de bank. We keken de documentaireserie Down to Earth en vielen in een aflevering over Costa Rica. We keken elkaar aan en zeiden ‘dat is het’. Zo’n prachtig land, het oerwoud, de dieren…we zagen het helemaal zitten. Leven in de natuur met de seizoenen, zelfvoorzienend misschien wel. We besloten alles te verkopen en ons werk online te gaan doen. Dat klinkt nu misschien heel impulsief, maar Nederland was het al een tijd niet meer voor ons. We werkten allebei als zelfstandige in de holistische zorg, we hadden een praktijkgebouw gekocht met een grote zaal waar we ook trainingen gaven. Het ging goed en we hadden een leuk leven, maar dat rijtjeshuis en die hypotheek…het was het niet. In Nederland hadden we het gevoel vast te zitten in een ratrace. Eigenlijk wilde we buitenaf wonen, een boerderij kopen waar we onze trainingen konden geven. Maar dan heb je met bestemmingsplannen en allerlei regels te maken, we liepen vast. Bovendien was onze zoon niet echt gelukkig op school. Hij is heel gevoelig en werd niet begrepen. Toen de pandemie losbarstte versterkte dat ons gevoel. Op een gegeven moment moest onze praktijk voor de derde keer dicht door de coronamaatregelen. Weer zaten we plotseling met nul inkomen en hadden we geen idee wanneer we weer konden werken. Wat doen we, vroegen we elkaar? Gaan we voor de derde keer zitten wachten of gooien we het roer om? Onze kinderen waren negen en zeven, we dachten: dit is het moment, we doen het! Iedereen was stomverbaasd, vrienden vroegen: ‘Wat gaan jullie in godsnaam doen? Zijn jullie helemaal gek geworden?’ Mijn schoonmoeder ging door een scala van gevoelens. Onze kinderen zijn haar enige kleinkinderen. Verdriet, interesse, boosheid en bezorgdheid wisselden elkaar af. We hebben heel veel lange gesprekken met haar gevoerd. Nog steeds worstelt ze met de afstand. Ik begrijp dat heel goed, het is moeilijk. Op het afscheidsfeestje stond ze te huilen. Wat voelde ik me schuldig, en nog steeds af en toe. Ik weet dat het voor ons een goede keuze was, maar ik kan me zo goed voorstellen hoe die mensen die door ons werden achtergelaten zich voelen. Videocalls kunnen een knuffel of face to face gesprek niet vervangen.

De meeste moeite kostte het om de kerstspullen weg te doen…

Bijna al onze spullen deden we weg. Daar heb ik heel veel moeite mee gehad. Zoals het moment dat ik de uitvergrote foto’s van onze pasgeboren kinderen in de kliko stond te proppen. Dat deed echt zeer. Mijn man en ik helpen vanuit ons werk anderen met loslaten, maar dit was wel heel letterlijk alles los moeten laten. Soms dacht ik: wat zijn we in godsnaam aan het doen? We hebben ook nog vrienden uitgenodigd om rond te snuffelen in ons huis onder het mom ‘neem maar mee wat je wilt’. Dat is wel gek hoor. Toen beseften we opeens dat we dit echt gingen doen. Weg uit het huis waar we al tien jaar woonden, getrouwd waren en onze kinderen geboren waren. De meeste moeite kostte het me om de kerstspullen weg te doen. Ik ben dol op kerstmis en ga altijd helemaal los met versieren. Ik had dozen vol kerstspullen en bij elke bal hoorde een herinnering. Zoals die ene die ik nog bij Harrods in London had gekocht. En wat te denken van die kerstboom, die elk jaar weer van zolder kwam? Huilend heb ik het allemaal bij de kringloopwinkel achtergelaten. Of mijn trouwjurk, echt een prinsessenjurk met een hoepel onderin en een gouden borduurrandje. Ik had altijd me altijd voorgesteld dat ik hem later aan mijn dochter door zou geven. Nog één laatste keer trok ik hem aan om hem daarna resoluut weg te brengen. Mijn filmcollectie kon ik echt niet dumpen, die mocht gelukkig bij mijn schoonmoeder staan. Ik heb een gigantische verzameling, wel 150 dvd’s met veel Disneyfilms. Ik ben gek op sprookjes. Jeffrey wilde ze weggooien maar dat heb ik gevetood. Elke dag waren de kamers wat leger tot ik op de laatste dag met een steen in mijn maag in een kaal huis stond. 

Vreemd land…

We haalden de kinderen in goed overleg met de directie van school en eind november stonden we op het vliegveld van Costa Rica. Onze koffers waren gevuld met de enige bezittingen die we nog hadden en ik had dus een coltrui aan, wat bloedheet was. Meteen kwamen er allemaal vriendelijke taxichauffeurs op ons af. En toen reden we opeens door dat vreemde land vol palmbomen dat volslagen onbekend voor ons was, maar waar we nu wel woonden. Heel bizar. Vanuit Nederland had ik een huurwoning in de buurt van de hoofdstad San José geregeld. Dat was praktisch omdat we residentie hadden aangevraagd om legaal in Costa Rica te mogen wonen, om dat te regelen zouden we nog vaak naar San José moeten. Vier maanden woonden we daar, maar het was niet het plaatje dat we voor ogen hadden, erg druk en stedelijk. Zodra het papierwerk rond was, wilden we door. Daarom maakten we een reis naar de Stille Oceaan en de plek waar we nu wonen. We waren gelijk verkocht, dit was het Costa Rica waar we naar verlangden: alles was groen en er waren witte bountystranden. Zodra onze residentie-aanvraag gedaan was, hebben we hier een huis met eigen zwembad gehuurd.

Onze zoon blijkt een echt junglekind

In Costa Rica zijn heel veel zorgen van ons afgevallen. We leven met de dag. Van nature ben ik iemand die alles graag vooraf geregeld wil hebben, maar dat kon hier gewoon niet dus moest ik dwars door mijn angstbarrière heen. En dat lukte: het is tot nu toe één groot, mooi avontuur. In Nederland hechtte ik veel waarde aan mijn vaste rituelen, ik was helemaal overstuur als daar iets tussenkwam. Hier ben ik flexibeler geworden. Soms valt de elektriciteit uit of draai je de kraan open en komt er niets uit omdat er geen water is. Daar flip ik niet over, het is nou eenmaal zo. De druk om de hypotheek te betalen is weg. We worden niet continu afgeleid door triviale dingen, geldzorgen, iets wat geregeld moet worden of boodschappen doen. Hier hebben we natuurlijk ook vaste lasten, maar het leven is vele malen goedkoper. Ook in Costa Rica moeten we boodschappen halen, maar het voelt anders in het gezellige winkeltje om de hoek of de groente- en fruitmarkt in het dorp. Ik voel me veel meer in balans dan in Nederland en doe dingen die ik hiervoor nooit gedurfd had. Zoals in mijn eentje op verkenning gaan of zomaar op iemand afstappen en in het Spaans iets proberen te vragen. Ik ben nogal gevoelig en had in Nederland veel last van prikkels: overal mensen, overal geluid. Hier is dat anders, doordat we in de natuur leven kun je niet anders dan je verbinden met de rust en de junglegeluiden, zelfs de krekels die zo hard snerpen dat ik er in het begin wakker door lag. Het heeft mij in elk geval goed gedaan om hier te zijn.

Mango uit een boom

Ons dagritme is heel anders. We staan om 6 uur op als het licht wordt en Jeffrey en ik werken dan een uur of vier lang. De rest van de dag zijn we vrij en gaan we met de kinderen naar het strand. Onze zoon die bij het Nederlandse onderwijs niet zo goed gedijde blijkt een echt junglekind. In Nederland zag hij ooit een Youtube-filmpje over bouwen met bamboe, dat wilde hij ook! We hebben toen bamboe voor hem bij de bouwmarkt gehaald, maar hier staat de tuin er vol mee. Hij bouwt de hele dag door, ik zie hem gewoon tot rust komen. Soms missen de kinderen hun vriendjes wel. Tot nu toe geven wij de kinderen zelf les, mijn man heeft bevoegdheid als docent. Maar gelukkig hebben we een hele fijne school gevonden waar ze binnenkort starten en hopelijk vriendjes zullen maken. We hebben zelf al veel nieuwe vrienden. Costa Ricanen helpen elkaar met alles, je wordt meteen opgenomen in de gemeenschap. In het huis naast ons zijn ze aan het verbouwen. De werklui komen dan spontaan kennismaken en nemen de kinderen op sleeptouw, die mogen ‘helpen’. Als iemand ziet dat je een mango uit een boom probeert te plukken, worden ze niet boos. Nee, dan klimmen ze in de boom om je te helpen. Heb je pech met de auto, dan komt er meteen iemand met drinken aanlopen. Tuurlijk zijn er momenten dat we er doorheen zitten, dan mis ik de mensen van thuis. Als de kinderen moe zijn en huilen dat ze Nederland missen, denk ik: jullie hebben gelijk. Dan komt het schuldgevoel naar boven, want wij hebben ze meegenomen. Maar meestal gaat het gelukkig super met ons, boven verwachting eigenlijk. In het begin clashten Jeffrey en ik, we liepen allebei tegen onze onzekerheden en angsten aan in zo’n vreemd land. Ik kon me erg zorgen maken over de toekomst: wat als we hier geen geld zouden verdienen? Straks belanden we in de goot! ‘Doe normaal’, zei Jeffrey dan, hij vond mijn gepieker heel irritant. Maar uiteindelijk denk ik dat onze relatie er sterker door is geworden. We zijn nu elf jaar getrouwd en weten meer dan ooit wat we aan elkaar hebben. 

Tropisch sprookje

Het lukt goed om hier ons brood te verdienen. We zijn al jaren werkzaam als energetisch therapeut en verkopen al onze trainingen nu online. Ook hebben we andere mensen opgeleid om de trainingen voor ons te geven in Nederland. We richten ons nu vooral actief op onze tak BewustzijnsCoaching. In de toekomst willen we hier een retraitecentrum opzetten. Maar hier oud worden? Nee, er is nog zoveel meer te zien. Ik heb nu de smaak te pakken en zou het jammer vinden om altijd hier te blijven. Verandering is goed. Op de een of andere manier blijf je in je vertrouwde omgeving makkelijker in je bubbel, zelfs al vind je die bubbel niet helemaal fijn. Het is lastig om echt iets anders te gaan doen, je droom waar te maken. Mensen zijn helaas zo ingesteld dat we meer nadenken over de problemen die zo’n verandering op kan leveren dan over de kansen die het geeft. Wij zijn in het diepe gesprongen en nu drink ik ‘s ochtends koffie in een tuin vol leguanen en grote rode papegaaien met het geluid van de brulapen in de verte. Niet dat het alleen idylle is hoor: regelmatig moeten we een schorpioen naar buiten vegen. Maar wat genieten we ‘s avonds van de zonsondergang op het strand. We wonen aan de ‘walvisbaai’ waar bultrugmoeders hun jongen komen baren. Als we uitkijken over een oceaan vol walvissen en dolfijnen lijkt het wel net zo’n sprookje als de Disneyfilms in mijn dvd-verzameling. Een tropisch sprookje waar we elke dag dankbaar voor zijn.”